De gouden vissticks
“De Gouden vissticks”
De eerste weken van het nieuwe schooljaar zitten er weer op. Je hebt in het begin van het schooljaar vast veel geïnvesteerd in de groepsvorming. “Een goed begin is het halve werk” en als je dit leest weet je of je aanpak geslaagd is. Heb je een positieve groep dan kan je rustig even de klas uitlopen, je leerlingen werken gewoon door. Als iemand tijdens het werken stoort dan wordt hij door de andere leerlingen gecorrigeerd. Je leerlingen hebben zin en energie om te leren. Ook merk je dat kinderen zich verantwoordelijk voelen voor elkaar, uitlachen of pesten komen in jouw groep niet voor. Maar misschien is het je niet gelukt om van je groep een positieve groep te maken. Dan merk je dat je leerlingen altijd op hun hoede zijn en zoveel op elkaar letten dat er van leren vaak maar weinig terecht komt. Je kan je klas niet alleen laten omdat er dan een onveilige situatie ontstaat. Ook houd je je hart vast als er een keer een invaller komt en je weet al van tevoren welke kinderen de machtsstrijd aan zullen gaan. Het is niet alleen nadelig voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen als ze in een negatieve groep zitten, ook de leerontwikkeling laat minder groei zien dan als ze in een positieve groep hadden gezeten. Als je tegen de herfstvakantie nog geen positieve sfeer in je groep hebt dan wordt het de rest van het schooljaar hard werken. Dit is het moment om jezelf af te vragen: “Wat heb ik gedaan waardoor het zo’n fijne groep is geworden?” Of “Wat kan ik volgend jaar anders doen om ervoor te zorgen dat er een goede sfeer in mijn groep ontstaat?”. Gelukkig zijn veel leerkrachten ervan doordrongen dat ze ontzettend veel invloed op de groepssfeer hebben. Ten eerste is het belangrijk dat jij bij de start weet hoe je het hebben wilt. Structuur en voorspelbaarheid zijn belangrijk in de eerste weken. Maar daarnaast is het goed om jezelf van tevoren de vraag te stellen: “Wat hebben mijn leerlingen nodig als ze na de zomervakantie weer op school komen?”. De goede relatie met de juf of meester is de basis, daarna kan je verder bouwen. Door het structureel inzetten van coöperatieve werkvormen en energizers leren de leerlingen elkaar beter kennen. Op de school van mijn eigen kinderen bedenken de leerlingen in de eerste periode een naam voor hun klas. Dit jaar was het thema Zeedieren. En zo gebeurde het dat één klas nu “de gouden vissticks” heet. Ik zie al voor me wat een lol die leerlingen met elkaar gehad hebben toen ze die naam bedachten, dat is vast een positieve groep.